6 augustus 1940 (dinsdag)

Hoofdakte examens. De candidaten profiteren van de voor dit rampjaar geschapen regeling, waarbij het examen in 2 delen wordt afgelegd, die echter op den zelfden dag kunnen vallen. Enkelen slagen voor beide delen, maar de meesten nemen althans een A – of B – helft mee, die 3 jaar van kracht blijft.

De stemming onder de examinatoren is gedrukt: ’t zijn voor twee derden mensen van ’t bijzonder onderwijs, die zonder veel te spreken, de zorg op het gezicht dragen. Zij vermoeden, dat de schone dagen voor hen voorbij zijn. De enkele die zich uitspreekt, bewijst, dat hij van den nieuwen toestand die ontstaat, niets begrijpt. „Niets vergeten, niets geleerd”.

Sommigen, o.a. V d Graaf, beweren, dat de rede van Seyss Inquart betekent, dat alles eigenlijk bij ’t oude blijven kan, partij- wezen en schoolpolitiek incluis. Wie daaraan twijfelt, doet S.I. onrecht, zegt hij; evenwel met een vleug van sarcasme. Merkwaardig is onder deze ontwikkelden de afwezigheid van critischen zin, waar het sensatie - nieuws contra de Duitsers betreft.

Van Zuijlen, Drs in de Wis- en Natuurkunde, houdt staande, dat de D. voor ’t geval van een nederlaag en terugtocht uit Nederland een systeem gereed hebben voor ’t afmaken van al het vee en het vergiftigen van ’t drinkwater. Weigert men dien nonsens te slikken, dan is men reeds als pro - Duits gebrandmerkt. Trouwens reeds de adhesie - betuiging aan de Nederlandse Unie is een bewijs, dat men niet ten volle 18- karaats is.