12 juli 1940 (vrijdag)

Enorm is het aantal militaire vrachtwagens dat in Westelijke richting door Amersfoort passeert. Het schijnt ernst te worden met de expeditie naar Engeland. Dezen middag trok een onafgebroken colonne gedurende 1½ uur met een snelheid van 15 KM door! Allerlei geruchten doen nu ook weer de ronde: men spreekt van een „vliegend fort”, een super - uitvinding der Engelsen, dat voor twee dagen boven Nederland zou zijn verschenen, dat zich op betrekkelijk geringe hoogte met niet meer dan 60 KM snelheid zou hebben voortbewogen, met 6 motoren, naar alle zijden schietend en .... onbekommerd voor het zwaarste Flak!

„Men” spreekt ook (allerlei ooggetuigen hebben het bezworen!) van treinen Duitse dienstweigeraars, die twee aan twee gebonden met boven het hoofd geboeide armen naar Duitsland teruggevoerd werden. „Men” zou kunnen vragen: waarom de soesah van ’t terugvoeren, als ze toch „abgeknallt” moeten worden? „Men” zegt zelfs, dat Duitse officieren zouden gezegd hebben: ja, wij gaan naar Engeland, maar dan keren wij terug naar Berlijn „um den Schweinhunden dort den Garaus zu machen”. Ik geloof van dat alles niet veel: de pogingen om er met valse geruchten den moed in te houden, zijn zo talrijk en zo onbeholpen tevens, dat men er geen acht meer op slaat.

Vanmorgen vernam ik van oud - leerlingen, dat in Rhenen 205, en in Barneveld 21 huizen verwoest zijn tot den grond. Den Helder is, wat de binnenstad en havens aangaat één grote ruïne. Gisteren vertelde Kolonel Lezer mij (ik heb het van andere zijden horen bevestigen), dat op de Leusderheide en op de Vlasakkers schijnvliegvelden met schijnhangars en buitenstaande witgeschilderde schijnvliegtuigen, worden aangelegd om de aandacht der Engelsen van Soesterberg af te leiden. Gisterennacht werd Zeist gebombardeerd (hoofdkwartier staf!); 2 doden. Wij hoorden ’t.

Gerard is gedurende de vacantie met zijn familie in Arnhem in een leegstaand huis van Betsy Thieme getrokken. Een menslievende daad, die de stakkers rust en moreel herstel zal schenken.

De joden worden bang. Een zakenman, niet - Jood, plaatste in de A/f. Courant een advertentie om ’t publiek te verwittigen, dat hij geen jood is. – De Joodse chef van een Hema - zaak in Dord kreeg 3 jaar tuchthuis, omdat hij de Duitse weermacht beledigd had, door de meisjes uit zijn zaak te verbieden met Duitse soldaten te praten. – De chirurg Dr Insinger, die een Duits officier in de Lichtenberg zou te opereren hebben, zag zich genoodzaakt den laster te komen rechtzetten van zijn N.S.B - collega Nieuwenhuis, die dien officier er op gewezen had, dat de jood I(sac) N(athan) Singer (alias Insinger) zich tegenover een Duits officier had terug te trekken. De officier verklaarde Ins., dat hij den laster niet geloofd had, daar zij uit „zu schmutzige Quelle stammte”. Duitse officieren zijn gelukkig Mannen van eer. De Schweinhunde zitten onder de Nederlanders!

Men hoort meer en meer staaltjes van de zorgeloosheid en lafheid der hoofdofficieren van ons leger tijdens de oorlogsdagen: de kolonel (divisiecdt van Soest is, volgens Majoor R, de volle 5 oorlogsdagen „zoek” geweest. Een andere hoofdofficier had permanent „dekking” gezocht in een schuilkelder en had twee soldaten aangewezen om hem van eten te voorzien. Meer dan stoïcijnsch kalm was de kolonel in Wageningen, die ’s morgens (Vrijdag) bij zijn ontbijt verrast werd door een in vliegende haast daarheen gezonden officier uit Baarn, die versterking bracht en instructies vroeg, maar dezen in Olympische rust vroeg „De kolonel in Wageningen” of hij thee of koffie wilde en ’t maatje terugriep voor „suiker en melk”. Hij was zo blijkbaar verwonderd over den misplaatsten dienstijver van dien officier, die met ongepasten nadruk beweerde daarvoor niet gekomen te zijn, dat zijn zonnig evenwicht zelfs even wankelde en hij den rustverstoorder kortweg zei, dat hij niets voor hem te doen had en hij maar liever met zijn afdeling naar Baarn terug moest gaan. Of de Duitsers hem gelegenheid gelaten hebben zijn gestoord ontbijt in gemoedsrust te voltooien, meldt de geschiedenis niet. ’t Is echter te vrezen van niet, want reeds zeer kort nadien moeten de D. in Renkum geweest zijn, waar Mr. Andree, die met zijn vrouw daar in een hotel vertoefde zich voor rondvliegende kogels hebben moeten vrijwaren, door in de serre plat op den grond te gaan liggen. Hij vertelde, dat opgeschoten jongens met een flobert van uit een huis op binnentrekkende Duitsers hadden geschoten, waarop dezen na de daders tegen den muur te hebben gezet, links en rechts schietende het dorp waren doorgereden – maar gelukkig in dit geval wijsheid en gematigdheid betrachtten, blijkbaar aanstonds ziende met een idiote uiting van onverantwoordelijken te doen te hebben.

Dit zijn enkele staaltjes van de hopeloze onberekendheid voor hun taak van onze hogere officieren. Dat het de Duitsers er niet om te doen is geweest, nodeloos bloedbaden aan te richten blijkt uit ’t verhaal van Dr Meijer de NSB-er, officier van gezondheid, die te Ochten lag. Toen er bevel kwam terug te trekken op de Holl. Waterlinie, door de Neder - Betuwe dus, hadden zij de Duitsers links van zich op de Veluwe en rechts in Land v. Maas en Waal en Bommelerwaard. De terugtocht duurde 36 uren, de wegen waren stromen van mensen en materiaal die zonder enige dekking op een stralend helderen dag voorttrokken, deels over dijken, waar zij scherp silhouetteerden tegen de blauwe lucht; een niet te missen doelwit voor alle soorten van vijandelijk geschut. Maar .. de D. schoten niet; hun vliegtuigen vlogen in ontelbare menigte over de Betuwe westwaarts: een machine had zonder gevaar hele bataljons kunnen wegmaaien, maar zij lieten alles rustig trekken; lang voor de capitulatie beschouwden zij blijkbaar ons leger als een verslagen macht, die recht had op krijgsmans – grootmoedigheid. ’t Verhaal gaat, dat een Ned. troep, die in ’t donker zijn stelling verliet om terug te trekken, door de Duitsers is bijgelicht en op den goeden weg geholpen! Beminnelijke galgenhumor – waarom Goering schik zou gehad hebben. Onze bakker Berkenbosch, sergeant, was er bij.