27 november 1940 (woensdag)

Sinds 27 November leven wij onder ’t Dept. v. Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur (Secr. Gen. Prof Van Dam, een Germanist). Afgesplitst van ’t vroegere O.K. en W. is ’t Dept. van Kunsten en Voorlichting (secr. Gen. Dr. T. Goedewaagen pr. doc. gesch. Utrecht) De laatste wordt dus onze Göbbels. Zijn eerste bestuursdaad is: het particularisme uit den ether verwijderen! Er komt dus één ongescheiden uitzending. Zou Van Dam op zijn beurt het particularisme uit het onderwijs verwijderen? Dat zou consequent zijn, zij het niet in overeenstemming met de door S - Inq. herhaaldelijk gegeven belofte aan ons volkskarakter niet te willen raken. Wij zullen zien.

Maandag 24 en Zaterdag 22 zijn de voljoden uit ambtenarij en onderwijs ontslagen; in de verordening werd gezegd, dat voljoden en half of kwartjoden niet nieuwbenoemd of bevorderd mochten worden. Men is dus verder gegaan. De ontslagenen kregen, vertelt de L., hun ontslagbrief uit handen van den rector, en kregen zelfs geen gelegenheid meer in de klas terug te keren: blijkbaar heeft men manifestaties willen verhinderen. Men vertelt, dat de voorz. van den Hogen Raad zijn ontslag uit handen van S. - Inq. in ontvangst moest komen nemen. Een collega -, niet-jood, vergezelde hem, die daarna S. Inq. het ontslag en bloc van den Hogen Raad ter hand stelde. S.- Inq. schijnt ’t ontslag van den Voorzitter voorlopig te hebben teruggenomen in afwachting van ’t oordeel van Berlijn . . . .

Bij al ’t anti-semitisme van den laatsten tijd is de verontwaardiging groot: men spreekt van rechtsschennis en zegt, dat heel Nederland moest doen als de H.R. en unaniem den boel er bij neergooien. In Utrecht heeft de Prof in de Biologie, Koningsberger een vlammende protest- rede voorgelezen aan zijn studenten; daarna ’t geschrift op tafel leggend, zei hij: hier ligt ’t . Wie behoefte gevoelt de Bezetting er van kennis te geven, kan ’t meenemen. Een ovatie volgde. Toch bewandelde een ouder student den veiligen weg door Koningsb. voor te stellen ’t samen te verbranden: wat geschiedde. De hogeschool te Delft en de Universiteit te Leiden zijn door de Bezetting gesloten wegens de proteststaking der studenten. In Utrecht heeft de Senaat geen staking willen proclameren, daar men de studie der minder bemiddelde studenten niet in gevaar wilden brengen; persoonlijk zouden zij c.q. meedoen. In Utrecht zijn o.a. Ornstein en Wolf ontslagen.

Het leven wordt meer en meer vergiftigd: Kruith. vernam van Doornebal uit Leiden ’t volgende: Een student gaf een examenfuif aan huis (’t was een Leidenaar) en vroeg een Duits officier, die bij hen ingekwartierd was op den borrel. Deze nam dat aan, maar bleef ook ongenood bij het diner. Toen de laatste gast vertrokken was verklaarde hij zijn onheus gedrag: hij had onder de Hollandse gasten een Gestapo - lid herkend en was gebleven om door zijn bijzijn ’t spreken over politiek te voorkomen, waarvan de gevolgen noodlottig zouden geweest zijn. Zo moest een weldenkend Duitser de Hollanders tegen een landgenoot - verrader beschermen.

Ook vertelt Kr: de dochter van een Prof Westra in Utrecht is lid van de Gestapo. Ze eist in de tram, dat een naast haar zittende dame den inhoud van haar tasje zal tonen. Een aanwezig Hollander geeft ’t canaille een geweldigen vuistslag: zij ligt nog met een kaakfractuur in ’t gasthuis.

Men verwacht alom spoedige ineenstorting van ’t regime. In Amsterdam zou geen vlaggedoek meer te krijgen zijn: men bereidt zich voor op de bevrijdingsfeesten. Volgens hen, die een Russischen zender beluisteren moeten wij de vlaggen gereedhouden. Dat zullen zeker rode met sikkel en hamer moeten zijn ....