10 mei 1940 (vrijdag)

’s Morgens tussen 4 uur en 4 ½ uur wekt Roos mij. Afweergeschut en mitrailleurs in alle delen van Amersfoort in volle actie.

Door ’t raam van onze slaapkamer zien wij 10 vliegtuigen tegelijk in de lucht. Beneden nog schemerig – de vliegtuigen vangen reeds zon. Het afweergeschut zendt bij ieder schot een korte reeks van 3 rode lichtkogels de lucht in; de projectielen vormen bij de ontploffing kleine wolkjes als propjeswatten, hier donker daar schitterend wit al naar ’t zonlicht ze treft. Roos zegt: „dat zijn geen verdwaalde Engelsen; dat zijn Messerschmidt’s; dat is de oorlog”.

In den tuin van ’t huis naast ons staat een groep militairen van de verbindingstroepen, die naast ons ingekwartierd zijn; sommigen met kijkers. Zij bevestigen het: ’t zijn Duitsers. Trouwens alles gaat regelmatig Oost - West. Steeds nieuwe eskadrilles komen over. ’t Afweergeschut raast door. Wij kleden ons. De militairen pakken alles in een vrachtauto en betrekken de stellingen. De sergeant-majoor tracht geruststellend te doen; allen zijn diep onder den indruk.

Op straat is ’t stil. Een vliegtuig krijgt blijkbaar een treffer en zwenkt wonderlijk: een ge [...]  drukt maar vol voldoening, onder de mensen. (Later hoor ik van een zuster op O.L.V. ter Eem, dat er twee in de richting van Soest brandend zijn neergestort).

Roos heeft de radio aangezet; plotseling komt ’t bericht: „parachutisten dalen in de Bosjes van Poot”. Nu is de verpletterende zekerheid daar. Meer berichten komen door. Uit Dord, Breda, het Noorden, van overal berichten van talrijke Duitse vliegtuigen. Bombardementen worden bericht van Schiphol, Ypenburg maar vooral van Waalhaven. Reeds wordt ’t onwaarschijnlijke bericht doorgegeven, dat de vijand vasten voet op Waalhaven heeft.

Dan volgt een regeringsbericht: Wij hebben ons aangesloten bij Fr. en Eng.;  dus wij hebben de neutraliteit opgegeven. Een korte rede van Min. - Pres. De Geer volgt, die de reden van dezen stap aannemelijk tracht te maken.

Langzaam aan komt meer drukte op straat. Troepen, die nog niet in de stellingen waren vliegen in vrachtauto’s voorbij. Om half acht de Maschhaupt-’s gewekt, onze buurtjes boven ’t kantoor van Versfelt, pas getrouwd! Zij wisten van niets en hadden door al ’t lawaai heen geslapen.

Moet omweg maken langs het station. Wagen met munitie op hol. Wij ontbijten en ik ga naar school: van onderwijs zal niets kunnen komen. Kruithof komt, 4 leerlingen aanwezig ( v Asselt, Domers, B Gorter en Kooning). Dan V Dijk en Rozendaal. Ik zend de leerlingen weg en zeg hun, dat zij schr. bericht zullen krijgen van hervatting der lessen. Met de leraren spreek ik af, dat wij via het Departement, waarheen wij onze evacuatie adressen zullen zenden, contact zullen houden. Allen gaan na een bedrukt afscheid: zullen wij elkaar ooit weerzien? Amersfoort neemt een sleutelpositie in de Grebbelinie in!

De gymnastiekzaal is in beslag genomen door de bezetting der stelling - Krombaangeschut  in ons Plantsoen bij de school: men heeft er acht maanden aan gewerkt; zij boezemt vertrouwen in evenals de talloze sterke stellingen in een boog van uren gaans om Amersfoort en evenals de brede inundatie zelf, waarop wij immers in den afgelopen strengen winter tochtjes per schaats hebben gemaakt! Amersfoort lijkt ons onneembaar. Alle deskundigen bevestigen  dit. Wel allemaal zand, hout en water ... geen beton ... maar de legerleiding weet, wat nodig is.

Met Willems neem ik de laatste voorzorgen. Gas wordt afgesloten. Water en licht moeten aanblijven voor de militairen. De gangdeur naar de gymnastiek wordt dichtgespijkerd. Dan sluiten wij de voordeur en ik neem afscheid van den trouwen Willems, zal ik hem terugzien?

Op straat wilde geruchten. Thuis hoor ik van Roos, dat op Waalhaven geregeld gevochten wordt en dat de Duitsers over de bruggen in Rotterdam trachten dringen. Wie begrijpt daar wat van? De Moerdijkbrug is „onklaar” maar niet vernield. Niemand begrijpt het . Niemand heeft een denkbeeld van de aanvalskracht der parachutisten. Toch verwachten we, dat de radio - uitzending spoedig in Duitse handen zal zijn, vooral na de herhaalde ernstige waarschuwing geen geloof te hechten aan valse berichten ook per radio omgezonden. De stemming wordt onbehaaglijk; men hoort berichten van straatgevechten in Den Haag. Men voelt het verraad. Men noemt namen van gefusilleerde verraders: Oud - opperbevelhebber Reinders, Plessman; Scharroo. (van dit alles bleek niets waar).