12 juni 1941 (donderdag)

Vanmorgen vertellen De Leeuw en Van der Klein, dat de handenarbeidleraar Bernard IJzerdraat tegelijk met de groep van 20 provocateurs en saboteurs van Rotterdam en Amsterdam is gefusilleerd. Van Mej van Emden hoor ik, dat hij spionnagediensten voor Engeland verrichtte. Door zijn toedoen zou nog een Amsterdams leraar 3. maanden gevangenisstraf gekregen hebben, omdat een kaartje van dien leraar aan Minister Bolkestein in den jas van IJzerdraat zou zijn gevonden.

Bernard IJzerdraat - een wonderlijke snijboon, die een heroïsch einde heeft gevonden. Artist, bohemien, raisonneur; geen jood, ondanks zijn naam, maar met veel joodse eigenschappen: fantast, illusionist, plannenmaker en .. steriel in al wat degelijk was. Hij solliciteerde bij mij voor een betrekking als leraar in Handenarbeid; 3 uur heeft hij mij allergezelligst over zijn artistieke en moderne denkbeelden onderhouden. Eén briefje van Collega Reitsma uit Rotterdam was voldoende om den man ten voeten uit te tekenen: een incoherent, een man zonder plichtsgevoel; volkomen onbruikbaar. Ik zal Reitsma steeds dankbaar blijven.

Gisteren begonnen met de lectuur van ’t Nederl. Officierenmaandblad „Mavors” over de maanden sinds 10 Mei ’40. Verhalen van moed en doodsverachting naast naïeve bekentenissen van stunteligheid en bittere klachten over gebrekkige organisatie, onvoldoende bewapening en voorbereiding en ’t ontbreken van daadwerkelijken steun onzer z.g.n. geallieerden.

’t Doet vreemd aan daartussen een aanklacht te vinden aan de lafheid van den Burgemeester van Den Bosch, die „zijn” stad „overgaf” aan een Duitsen luitenant met 4 soldaten, die gekomen waren om ’t postkantoor te bezetten. Ja, wat had Burg. van Lanschot anders moeten doen, dan zich beschikbaar stellen en medewerking verlenen, hij, burgerlijk hoofd ener onverdedigde stad waar geen Nederl. macht aanwezig was! Die Burgemeester kende zijn ambtenaarsinstructie voor die gevallen en gedroeg zich er naar. Maar de lectuur van Mavors doet soms denken aan schooljongens-opstellen over episoden uit den 80-jarigen oorlog.

Er is intussen fel gevochten - ook in Braband; de lectuur van Mavors, al krijgt men alleen detailbeschrijvingen en fragmentarische relazen, werkt ten slotte toch verhelderend.

De Leeuw vertelde, dat na de vlucht van Hess alle raambiljetten der N.S.B. verdwenen waren. De angst was ontzettend. Met Hess kan men in Engeland niets aanvangen. Churchill schijnt gezegd te hebben, dat hij over „dien man” niet meer zal spreken.

Uit Duitsland komt de volgende witz: Heilkräuter–zum einnehmen: Heilsalbe–zum einreiben; Heil Hitler–zum kotzen! Dat zou een bewijs zijn, hoe men ’t regiem daar verfoeit. Ik moet de waarheid getrouw zeggen, dat men aan de Duitsers hier ’t tegendeel kan opmerken.

Er vallen in den laatsten tijd weer veel en zware straffen wegens verspreiding van pamfletten en foto’s, belediging van Wehrmacht en officiële personen, luisteren naar verboden uitzendingen. Rechter Joppich in Den Haag heeft ’t druk.

De regeringsmaatregelen tot het inschakelen van werkloze jonge onderwijzers sorteren een ongekend effect. Vanmiddag belde de Burgemeester van Scherpenzeel mij op: of er niet reeds een pasgeslaagde was, die direct kon invallen voor een onderwijzeres aan een zijner scholen, die een attaque had gekregen. Ik moest hem tot geduld manen: pas over 3 dagen zijn de eerste van dit jaar „uit het ei”. Zo iets is in lange jaren niet gebeurd. Dat kwam 40 jaar geleden nog wel voor, maar nadien moesten de jonge mensen steeds langer solliciteren.

Ik ben zo brutaal den nieuwen toestand toe te juichen. Dat mag wel niet, men mag alleen juichen als ’t anderen naar den zin gaat; maar ik kom daarvan terug en juich openlijk, als er voor mij juichensstof is. ’t Gevaar, voor pro-Duits gehouden te worden, neem ik in den koop!

’s Avonds Unie-vergadering. Ronhaar deelt mee, dat na bespreking van Kochheim, Helsdingen en Camerl. Helmolt met Einthoven te Utrecht (waarbij Eindhoven heeft verklaard, dat ’t driemanschap eensgezind is en de Unie vaststaat) en een bespreking van hem met Flot de zaken in orde zijn gekomen. Men waardeert in Utrecht en Den Haag ons werk. (Flot bleek nu ons reglement te hebben gelezen!) en veel zal er uit worden overgenomen voor ’t algemene werkprogram der districten.

De Raad van Bijstand bestaat niet, maar kan overgaan in een Plaatselijken Raad van 9 personen. Het Senioren-Convent wordt een gesloten centrale Unie-groep.

Ronhaar treedt af als Districts-commissaris maar zal in den Pl. Raad zitting nemen en blijft leider van ’t Sen-Conv. Er moet dus een opvolger benoemd worden. Ik noem Mebius. Deze wil wel, maar kan, wegens zijn adviseur-schap bij ’t N.V.V. pas over een paar dagen beslissen. Zijn candidatuur wordt algemeen gesteund.

Dan is er ook Boissevin, genoemd door Ronhaar. Ook deze wil wel. Maar hij is zijn leven lang in Indië geweest en nog niet zo sterk geworteld. Dan komt Helsdingen met de mededeling, dat hem bekend is, dat B. in Utrecht en Den Haag geen persona grata kan zijn, daar hij 1° in Indië lid van de N.S B. is geweest, 2° vrijmetselaar is.

Boissevin zegt aangaande zijn Indisch NSB-schap, dat hij, alvorens tot die partij toe te treden enige vragen heeft gesteld: hoe men stond tegenover ’t Oranjehuis, en of zij langs evolutionairen of revolutionairen weg aan de regering wensten te komen. Op bevredigend antwoord trad hij toe. Terug in Holland wilde hij niet overgaan tot de Nederl. NSB, maar werd donateur. Na correspondentie met Musschert heeft hij ook daaraan een eind gemaakt. Na deze verklaring bleef hij naast Mebius candidaat.

Den Haag vond, dat in den Pl. Raad de maatsch. groepering moest uitkomen en dat er te veel onderwijsmensen waren. Ik deelde mijn besluit mee, mij als cand. terug te trekken. Deelen deed dit ook. Camerling Helmolt had ’t reeds gedaan; thans wordt een 9-tal voorgedragen, waarin nog zitten: Mevr De Mosch, V Wijngaarden en Hartings.

Ik ben tevreden: ’t senioren-convent blijft, wordt besloten en Ronhaar blijft voorzitter: één „politieke” avond in de week zonder verdere verplichtingen of drukkende verantwoordelijkheid!

Flot heeft tegenover Helsdingen ontkend, dat hij van Van Dijk de hint had gekregen om „in Amersfoort den Augiasstal te zuiveren” en dat hij „geladen” naar de vergadering ten huize van Kochheim zou zijn gekomen. Ik zei Helsdingen, dat de Raad van Bijstand niet uit idioten bestond en dat wij dat allen uit den mond van Van Dijk hadden gehoord. Allen waren ’t er mee eens; ’t incident werd gesloten.

Maschhaupt vertelde, dat op buitenlandse stukken, bij banken in depôt, beslag wordt gelegd; zij zullen door binnenlandse worden vervangen. Dit betekent een nationale ramp.

’s Avonds thuis (Mevr Simon-Thomas en Mevr Maschhaupt waren bij ons) vertelde Maschh. dat de „fraude” bij Winterhulp alleen maar een slordigheid was. De loten met – en die zonder prijs schijnen op verschillende drukkerijen te zijn vervaardigd; daardoor verschilde de tint van ’t klaverblad terwijl de loten met prijzen zo gevouwen waren, dat een deel van ’t klaverblad op de achterzijde kwam. In den winkel bij Vierdag was dit ontdekt.

Rogaar, dir der R/d Bank, had de proef genomen en een bus loten gevraagd om onder zijn personeel te plaatsen. Toen bleek, dat men onmiddellijk en zonder fout de aanwezige acht prijzen uit bus opschommelde. Intussen gaat de loterij voort. Dat Piek gevangen zou zitten staat nu weer niet vast.

Kapelaan Otterlo vertelde ook, toen hij laatst hier was, dat Prof. Hoogveld uit Nijmegen gearresteerd was geweest en 6 md in de gevangenis in Emmerik had gezeten zonder te weten waarom. Daar zijn gezondheid zeer leed, was hij ten slotte vrijgelaten. Van een internering van den Bisschop van Roermond in zijn paleis was Otterlo niets bekend.