6 juni 1941 (vrijdag)

(Eerste dag v.h mdl eindexamen; voorzitter-gecomm. Den Hartog). Dezen middag het nieuwe persoonsbewijs gehaald. Bl. – was aan de beurt. Lange Beekstraat (oud militair tehuis). Blussé-V Oud Alblas met zijn dochter was er ook.

’t Afnemen der vingerafdrukken en de informatie-vragen naar littekens, vergroeiingen, verkrommingsverkortingen enz, ’t leek voor een Nederlander wat onkies. ’t Viel echter mee. ’t Ging zeer zakelijk en daarbij – men moet erkennen, dat ’t sociale nut zeer groot zal zijn (De beambte aan ’t vraagtafeltje deelde mij fluisterend mee, dat hij eenige malen zenuwachtige dames had gekregen, die verontwaardigd vroegen, of zij die bijzondere kentekenen ook tonen moesten!).

Men passeert 4 tafeltjes, toont stamkaart en aanstellingsbewijs, betaalt een gulden, plaatst zijn handtekening en in een kwartier is alles en regle. Men is thans geworden: een geregistreerd individu, „etwas einmaliges amtlich bescheinigt”. Niemand zal thans en zolang er mensen bestaan, kunnen volhouden, dat hij HOB. Blijdenstijn is, behalve ik.