2 februari 1941 (zondag)

2. Febr. G. Mulder en Eke op bezoek; vast overtuigd, dat Duitsland binnen zeer korten tijd den strijd zal moeten opgeven. Zo denken er velen. De tegenslag van Italië heeft den moed er weer in gebracht. De Engelsen zullen met hun „vliegende forten” in den Achterhoek landen. Ieder „fort” draagt een tankwagen! Over wat er dan verder gebeurt praat men niet: de zaak loopt dan verder immers op wieltjes. Het defaitisme onder de Duitse officieren is groot: een officier is voor f 5000.- bereid alle hem toevertrouwde geheimen te verraden: zo de commandant van Bussum, die echter tegen de lamp gelopen is.

Curissum
Ode aan Musschert (Wijze Horst – Wessellied)

Heil, Musschert! Heil! Van Hitlers geest vervulde!
Gij, Neerlands trouwste en meestbeminde zoon!
Aanvaard mijn kunstloos lied als voorschot op de hulde,
Die eens U wacht: Uw welverdiende loon.

Heil, Musschert, Heil! Gij dapperste der dapp´ren!
Gij onbeperkte heerscher van de straat!
Laat nog gerust een poosje lang Uw vaandels wapp´ren
Zolang de Wehrmacht er nog achter staat.

Heil, Musschert! Heil! Gij troost in onze noden!
Al nam men ´t land, al stortte men ons bloed,
Gij brengt de Duitse heilsleer ons van Blut und Boden
En daarmee hebt gij onze smart verzoet.

Heil, Musschert! Heil! Caudillo, Führer, Duce!
Wiens machtig woord met eerbied ons vervult.
Gij kent waarachtig evengoed als zij Uw smoesje,
Wanneer gij voor Uw imbecielen brult.

Heil, Musschert! Heil! Wil ’t volk tot daden voeren!
Sint Joris! Vel den draak van ’t intellect!
Gij hebt in kappers en failliete groentenboeren
Het heilig vuur, de knoklust, opgewekt.

Heil! Musschert! Heil! Hou zee met uw getrouwen:
Dat zal allicht nog wel een poosje gaan.
Maar als de grote Aadlaar ’t langer niet kan hou’en
Dan is ’t , helaas, met ’t musje ook gedaan.

Heil! Musschert! Heil! Ons comité blijft wakker
Ge onttrekt U niet, als ’t uur der hulde slaat!
Uw snelste laarzen baten niet. ’t Is voor den bakker
De grens gaat dicht. Bescheiden kameraad!

Heil, Musschert! Heil! Dan komt de heerlijke ure,
De dank des volks: ’t is Uw verdoemde recht!
Wat in het vat te wachten ligt kan niet verzuren!
’t Wordt: loon naar werken. Houd het voor gezegd.


Curissum
Aan alle Moffensletjes (wijze: O, tannenbaum)

O scharreltje, o scharreltje! Wat kijk jij naar de Moffen?
Jouw broer ligt op de Grebbeberg,
Maar jij betreurt het lot niet erg
O scharreltje, o scharreltje!
Dat hem daar heeft getroffen.

O sch. O sch.
Zo’n laf verraad te plegen!
De beste jongens zijn wij kwijt
Jij mekkert als een geile geit
O sch. O sch
De massa - slachters tegen.

O sch. O sch.
Wou jij ons nog verlakken
Met camouflage - snollentaal?
„Ach Schatz, wie süsz! Ach, noch einmal!
O sch. O sch
Mij heb je niet te pakken!

O sch. O sch.
Ik zeg ’t je onverholen,
Jou dievenslet! al word je boos:
Jouw Heinrich heeft al jouw cadeau’s
O sch. O. sch
Eerst aan ons volk ontstolen.

O sch. O sch.
Laat je maar braaf tracteren!
Men ruikt, hoe Heinrich van je houdt
De stank van bier en Sauerkraut
O sch. O. sch
Kruipt dieper dan je kleren

O sch. O sch.
Laat je maar stevig pakken
Jouw Heinrich is al onderluit’
In de divisie „Krank durch Freud”,
O sch. O sch
In de S.S. - barakken.

O sch. O sch.
Als Heinrich gaat vertrekken
Voorspel ik je, dat jou, gerust!
Geen N.S.B. er zelfs meer lust.
O sch. O sch
Ze laten jou verrekken

O sch. O sch.
Jouw broer ligt aan de Grebbe!
Jij mag als halfversleten dweil
Naar Duitsland toe: Heil Hitler Heil!
O sch O sch
Als ze jou willen hebben