11 maart 1941 (dinsdag)

De voedseltoestand wordt hier en daar précair: Roos hoorde hoe een mevrouw in den winkel van Rozeboom klaagde, dat haar lang opgeschoten jongens aan ondervoeding begonnen te lijden. De winkeljuffrouw zei, dat de zoon van Mevr. Van Dijk, Eyse dus, 25 pond was afgevallen.

De oberleutnant der Ticks-Koening is vertrokken. Hij ging op een avond, maar Jan en Toos waren opzettelijk vroeg uitgegaan om ’t afscheid te vermijden: zij waren zo verontwaardigd over ’t meeslepen van de massa’s en massa’s kostbare waren (bonbons, leerwerk, fijn textiel), die hij de afgelopen dagen uit Hilversum, Utrecht en Amersfoort had bij elkaar gekocht, waartoe hij steeds maar weer per auto heen en weer reed, dat zij hem niet meer konden aankijken, laat staan – spreken. Hij heeft dit zelf ook gemerkt.