22 maart 1941 (zaterdag)

Kruithof vertelt, dat ’t gebouw der Theosophische Loge met archief en kas door de Duitsers in beslag is genomen. Eigenlijk vreemd, dat dit niet reeds tegelijk met de opheffing der Vrijmetselaarsloges gebeurd is. Vanmiddag uit school passeerden mij een colonne Nederl. meisjes twee aan twee op de fiets in blauwe uniform met een armband waarop de vliegende meeuw (een NSB-symbool). Zij werden aangevoerd door een oudere leidster en zongen tweestemming een lied, waarvan ik woorden noch wijs ken; evenwel zeer welluidend en beschaafd.

’s Avonds 8½ u. naar de colporteurs-vergadering in ’t Unie-huis. Met mij Dr Deelen en Kochheim van den Raad v Bijstand. Broerse had de leiding. Dekhuizen was aanwezig. Er werd een colporteurs-vereniging gesticht met een bestuur van 5 leden (Lenz voorzitter); deze zal met afgevaardigden der kleine clubs de culturele raad vormen. Ik kreeg geen kwaden indruk van die jonge mensen al waren ze nogal luidruchtig.

Kochheim vertelde van een nieuwe poging om naar Engeland over te steken. Daarbij zouden 75000 Duitsers zijn omgekomen. ’t Was toen dat de Bremen was verbrand. Merkwaardig dat zoiets alleen fluistergerucht blijft. Deelen vertelde van het nieuwe Amerikaanse bombardementsvliegtuig, dat zonder landing of benzine-bijvulling heen en weer naar Amerika kan vliegen en een last kan vervoeren „gelijk aan dien van 125 volledig gepakte soldaten”! Waarvoor dat nodig is, zei hij er niet bij.

Ik zei, dat ’t een vervroegde Aprilmop was. Hij verzekerde, dat ’t klinkklare waarheid was. Hij voorspelde, dat de oorlog uit zou zijn, als Göring in Göbbels’ broek kon.