Ik verneem, dat ’t Leger des Heils is opgeheven: internationale organisatie! Dat is een ontreddering. ’t Hoofdkwartier op de Prins Hendrikkade moest onmiddellijk verlaten worden (medegedeeld door Ds Gerritsen, die ’t wist uit een brief van Bouwe Vlas aan Blussé Van Oud-Alblas.
De jeugdherbergen zijn onder NSB–leiding gekomen. Op een middag in deze week hield voor ’t secretariaat in A/dam een grote auto stil, waaruit een NSB.-man stapte, een herbergier uit A/dam-Zuid. Deze had een man bij zich, die ’t bevel kreeg, de telefoon te verplaatsen. Men vroeg hem, wie hij was. Antwoord: ik ben de nieuwe hoofdleider.
Kochheim vertelt ’s avonds in de vergadering van den Raad van Bijstand: Den Helder staat in brand en de bevolking is gevlucht naar Bergen enz. De brand is gesticht door muitende Duitsers, die niet oversteken wilden; men had namelijk een poging tot bezetting van Ierland en een gelijktijdigen aanval op Oost-Engeland voor.
Hij vertelde verder dat ’t overal gistte: in Austerlitz liggen 800 Oostenrijkers, allen in ’t bezit van burgerkleren, die wachten op ’t sein om met „ons” mee te doen! Camerling-Helmolt vertelde erbij, dat 21 en 22 Maart „fatale datums” voor Hitler waren.
Gerard vertelde nog, dat het grootste getal van de 18 gefusilleerden Rotterdammers geweest zijn en wel leden van den befaamden Geuzenbond; ’t delict was sabotage geweest bij de afwerking van 2 Nederlandse onderzeeers, die op de Wiltonwerf door de Duitsers in beslag genomen waren. (Gerard zei: één; Mevr. de Mosch - twee). Deze waren bij de eerste proefvaart gezonken, wat door de Duitsers aan sabotage werd toegeschreven.
Huiszoekingen bij de arbeiders enz. die bij den afbouw betrokken geweest waren, leverden aanvankelijk niets op, tot ten slotte bij een arbeider een som geld werd aangetroffen, die hij niet kon verantwoorden. Na enkele dagen van „scherpe ondervraging” kwam hij los. Hij noemde de namen van Ruijs en Hudig, de eerste reder, beiden millioenairs. Na „scherpe ondervraging” bekenden ook dezen en nu volgde arrestatie van de hele Rotterdamse cel. Andere cellen bereikte men niet, daar de organisatie buitengewoon zorgvuldig en met inachtneming van alle voorzorg tegen verraad van cel tot cel, werkte.
Ruijs en Hudig werden veroordeeld tot lange gevangenisstraffen en zware boeten, een aantal werd ter dood veroordeeld, waaronder een ULO-onderwijzer (leraar), die juist in Waalwijk benoemd was; verder vele en langdurige gevangenis-straffen.
Dat aanzienlijken, die toch beter weten moesten, misbruik maken van geld en positie om jonge heethoofden tot zulke dolzinnigheden te brengen, is misdadig! ’t Schijnt, dat men dit in gaat zien. Maar telkens komt een klein succes van Engeland de hersens weer in brand zetten; thans weer de staatgreep in Joego-Slavië, waar Prins Paul, de regent eergisteren gevlucht is en de jonge Peter (een halve Engelsman) als Peter II is gehuldigd. Daarmee verdwijnt de waarde van ’t pas gesloten verdrag met Duitsland. Wat Engels-gezind is, gloriëert. Daarbij komt nu de nederlaag der Italianen bij Cheren en de val van Harrar. Nu is ’t verstand in Nederland weer een paar weken uit wandelen.