12 maart 1941 (woensdag)

Mevr. Van Doorn vertelt, dat de metaalfabriek De Munck–Keyzer te Utrecht gisterenavond op klaarlichten dag nog, door een Engelsman in duikvlucht met 4 zware bommen is bestookt. Tevens vertelt zij, dat ’t Duitse kapitaal in Indië voor een bedrag, gelijk ’t totaal der boeten, is geblokkeerd. Rozendaal vertelt, dat Asscher (jood) in Amsterdam heeft aangeboden het volle bedrag der boete (15 m. dus) alleen te betalen.

Holtzappel vertelt, dat Asscher met een anderen jood bij Rauter is geweest; hierdoor zou matiging in de behandeling der joden zijn verkregen en de voorgenomen verdere deportaties zijn stopgezet.

Roos hoorde bij Van Loon, dat Leo het volgende had meegemaakt. In zijn kamp te Laren is een Duits adviseur gesteld, een correct, aangenaam man. Hij werd door 3 mannen van den Arbeidsdienst (N.S.B. ers), brachten hem den Hitlergroet, wat de anderen ergerde. Dezen beklaagden zich bij den commandant die den troep liet aantreden en in tegenwoordigheid van den adviseur, de mannen vertelde, dat hij de commandant was en niemand anders en dat hij den adviseur op zijn verzoek in de gelegenheid stelde, iets te zeggen. De Duitser nam ’t woord en zei, dat hij tot zijn ergernis gezien had, dat sommige der jongens zich als halve Duitsers gedroegen. Zij behoorden hele Hollanders te zijn.