20 maart 1941 (donderdag)

Er is hier een centrale keuken opgericht, die tegen afgifte van enkele vlees- en boterbons, elken dag 1 L. gekookt voedsel uitreikt tegen f 0.25 voor houders van boterkaarten en f 0.13 voor houders van margarinekaarten. Men koopt daartoe een knipkaart voor 9 maaltijden en moet elken dag, dat men voornemens is voedsel te halen (of te laten halen), een volgnummer afhalen.

Deze inrichting leek mij zeer on-Hollands; ik schijn mij echter te vergissen: tot de eerste kwartjesdeelnemers behoren Ticks-Koening (gepens. postdirecteur) en de Heer Andráe (advokaat in ruste). Ik kon mijn oren niet geloven. Ik vrees, dat bij mij nogal wat weerstanden overwonnen zullen moeten worden, voor ik daartoe overga. Men zal zich in veel moeten schikken, maar sommige lui, die overigens helemaal niet geneigd zijn, sociale instellingen met vanen en kruisen te begroeten, zijn op zo’n punt nu weer zo gemakkelijk.

’t Is lastig; men kan aan de mensen geen houvast meer krijgen. De Winterhulp voor behoeftigen wil men niet, omdat zij Duits georganiseerd is; maar voor een bakje zuurkool gaat men geestdriftig in de rij staan. ’t Is waar, dit laatste geeft materiëel voordeel en dan laat men gevoelens blijkbaar zo zwaar niet wegen; men kan ook nog volhouden, dat de centrale keuken een Nederlandse instelling is, maar de grondidee is toch die van een Duitsen oorlogs-nood-maatregel evenals de Winterhulp. Zou ontvangen toch zaliger zijn dan geven, ook al kan men geven aan zijn deur, terwijl men voor ’t ontvangen driemaal moet lopen en queue maken: De Keukentrots der Hollandse huisvrouw, almede een trek van het geestesmerk des volks, legt ook al geen gewicht in de schaal. Intussen – één bonte kraai maakt nog geen winter. Maar merkwaardig blijft het.

Men zegt, dat de melk „op de bon” komt en dat er te weinig pootaardappelen zijn. Ook zal de broodkaart langer moeten strekken. De toekomst wordt niet vrolijker. De duikbootoorlog wordt intenser, de nachtelijke aanvallen vice-versa talrijker en omvangrijker.

De sigaren worden duurder en slechter; onder de 12 cts is geen gewoon-model sigaar meer te vinden. De kleintjes van 4 en 5 cts zijn smakeloos. Sinds heden mag in school maar één ketel meer gebruikt worden. Ik denk, dat ’t wel schikken zal. Sinds wij ca 5 Maart op school de circulaire hebben getekend, die ’t doorvertellen van leugenachtige berichten en ’t belasteren van de Winterhulp verbiedt, krijg ik op school zowat niets meer te horen!