In Amsterdam is gisteren, na veroordeling door het Veldgerecht een jood doodgeschoten, een winkelier van een zuurwinkel in de Van Wou -, waar joden met illegale oogmerken samenkwamen. Bij een nachtelijken overval door de Duitsers, had hij hen met een bijtende vloeistof bespoten. Dit is, meen ik, het eerste doodvonnis.
De ingrijpende maatregelen volgen elkaar nu snel op. Vandaag is de algemene arbeidsdienst afgekondigd: willekeurige burgers kunnen nu uit hun werk worden gehaald om elders diensten te presteren. Alle verenigingen in Ned. zijn onder een specialen commissaris gesteld, die naar willekeur kan ontbinden, samensmelten, hervormen, statuten opleggen en besturen kan wijzigen en vervangen. Amsterdam, Hilversum en Zaandam zijn met ontslag aan Burgem. en Gemeenteraden onder Commissarissen gesteld. Alle gemeente-commissies in die steden zijn ontbonden; alleen de Wethouders blijven. De 18-karaats Nederlanders zien in deze scherpe maatregelen een toenemende nervositeit en angst bij de Duitsers! ’t Loopt nu gauw af! Kr. beweert, dat de revolte in Amsterdam de joden in andere steden heeft gered; ook zegt hij desnoods gaarne ’t offer van een boete te brengen voor ’t zelfde ideaal. Verder meent hij, dat diegenen, die het verzet in Amsterdam niet kunnen toejuichen, de ware liefde en eerbied voor ’t nationale verleden niet bezitten en de daden der Watergeuzen niet op de juiste waarde weten te schatten! Een jongen van 10 jaar, zou ’t niet kunnen verbeteren. Intussen is ’t een feit, dat men tegenwoordig gevaar loopt in zijn reputatie als goed patriot, als men aan zulke idiotieën niet mee doet.
De bommen die zaterdag op Den Haag zijn neergekomen, en daar 8 levens hebben gekost, naast vele zwaar- en lichtgewonden zijn natuurlijk Duitse bommen geweest; men neemt dat eenvoudig unaniem als vaststaand aan, zonder zich, als vroeger met het Haarlemse geval, te vermoeien met het uitvinden van „bewijzen”. Het wachtwoord is nu eenmaal uitgegeven en wie zich niet onderwerpt, is een Crypto-N.S.B. er.
Vanmiddag was Versfeld hier. Hij vertelde, dat generaal Boerstra, oud - leger Commandant van N. Indië met goedvinden der Duitse overheid via Wladiwostok naar Batavia had willen gaan om te onderhandelen over de zaak der gijzelaars (Nederlanders, die in Duitsland op Buchenwalde zitten als weerwraak over de behandeling van Duitsers in Indië). De Indische regering wilde hem niet ontvangen maar stuurde een paar mensen naar Tokio om daar ten huize van den Nederlandsen gezant Pabst te onderhandelen. Boerstra had daar verbaasd gestaan over de mentaliteit der Nederlanders in Indië, die ons van lafheid beschuldigden en maar niet begrijpen konden, dat niet ieder Nederlander onmiddellijk een Duitser had koud gemaakt. (Merkwaardig! ’t Zelfde soort heldenmoed als waarvan de in 1914 over de grenzen gevluchte Belgen zulke weerzinwekkende blijken gaven).
Versfeld vertelde verder, hoe verbaasd en teleurgesteld De Geer moet zijn geweest, toen hij in Den Haag alleen blijken van minachting ondervond: door de telefoon schold men hem uit, in de kerk schoof men van hem weg en spuwde hem voor de voeten, in De Witte liet men hem alleen aan een tafel zitten. Versfeld zelf is optimist: hij meent, dat Duitsland verliezen zal, dat Amerika ons met leningen uit het moeras zal halen, dat Indië ons zijn voorraden in korten tijd en in grote massa’s toe zal zenden, dat de Nederlanders geleerd zullen hebben zich boven partijwezen te verheffen, dat communisme een hersenschim is en dat het ideaal zou zijn Nederland uit te breiden met NW– Duitsland en Denemarken en het van de Noordzee afgesloten en ontwapend Duitsland in ca 3 onschadelijke gebieden te verdelen.
En toch is Versfeld Mr Dr Juris! De hogere kringen in Den Haag zijn volgens hem optimist: een half jaar, een jaar hoogstens kan het nog duren. Dan moet de instorting komen omdat ’t vervoerwezen in precairen toestand raakt. Een voornaam Unilever-man vertelde: de geweldige haringvangst van dit jaar is omgezet in margarine, maar toch heerst er gebrek omdat de distributie stagneert wegens gebrek aan vervoermiddelen. Een enkele trein graan uit Roemenië brengt ’t hele verkeer in de war: er zijn geen wagons meer!
Hoe ellendig de toestand in D. thans is blijkt uit ’t volgende: een Delfts ingenieur was voor zaken in Berlijn; hij is met één arm teruggekomen: de andere is in Berlijn gebleven in straatoproer: afgeschoten! De bezetting van Bulgarije legt volgens hem geen gewicht in de schaal. Ons goud in Engeland en Amerika waarborgt een daling beneden 50%. Er zal zeer spoedig na den oorlog in Nederland een fenomenale opleving te verwachten zijn. Tot zover Versfelt.