’s Avonds 7¼ vergadering van den Raad van Bijstand (zo zal de contact-commissie der Afd Amersfoort van de Unie heten). Deelen vertelt van een ontzettend auto ongeluk dezen middag op den Hoogeweg. Een Duitse auto met Duitsers en Hollanders op weg naar den Haag naar een rechtszitting. De auto vliegt in de bocht tegen een boom op en raakt in brand! 3 Duitsers dood, 3 gewond; 3 Hollanders dood, 3 gewond. De gewonde Hollanders naar ’t Elisabeths ziekenhuis: één predikant, die te veel op den preekstoel verteld had, een fotograaf die portretten van Beatrix gemaakt had en een die nog niet spreken kon. De gewonde Duitsers naar den Lichtenberg. Een fietser, die voorbijkwam en de auto naderde werd à bout portant en zonder waarschuwing met een revolver neergeschoten – onmiddellijk dood. Toevallig een Jood, een Amersfoorter, Isaäk de Groot; handelaar in oud-ijzer.
Kochheim vertelde, dat op een stations-perronnetje van een plaatsje bij Deventer zijn vrouw door een NSB.er in uniform was gelast haar uitgezaagde dubbeltjes-speld te verwijderen. Ook had hij een bezoeker der Leipziger messe gesproken, die een samenscholing had meegemaakt van Duitse bezoekers, waar geschreeuwd werd: Wer wollen Frieden! Ik geloof ’t niet.
De Raad van Bijstand werd door Ronhaar geïnstalleerd en kreeg reeds dadelijk een uiterst naar conflict te behandelen tussen Broerse en Dekhuijzen. ’t Was Zaterdagavond in ’t Unie-huis in tegenwoordigheid van vele colporteurs tussen die beiden tot een heftige scene gekomen. Broerse had, in overleg met ’t Seniorenconvent een overkoepelende Raad over de verschillende jongerenclubs willen vormen. Dekhuijzen had wat anders gewild (geen dwang van boven) en was, afschoon hij er niets mee te maken had, voortgegaan met inmenging. Tenslotte een conflict tussen twee lastige mensen, die evenwel beide grote verdiensten hebben.
Ik stelde voor, dat de voorzitter, Camerling - Helmont ze in een gesprek tot elkaar zou brengen en hun terrein eens en voorgoed afbakenen. Ook stelde ik voor, dat de centrale „culturele - commissie”, gevormd door bestuursleden der clubjes, onder leiding van Broerse haar algemene plannen zou bespreken en dat volgens rooster telkens één van ons aanwezig zou zijn. Deelen bleek voor de leiding van Broerse niets te voelen. Dat hangt nog even. Broerse heeft veel prestige, kent alle jongelui persoonlijk en is als ’t moet niet bang voor autoritair optreden. Dat hij maar onderofficier is, doet niets ter zake. Een goed jeugdleider kan geleerdheid missen; bij de jeugd telt alleen karakter.
Ik vergat van de Vergadering van 13 Mei de volgende merkwaardigheid. Kochheim deed ’t Uniehuis een portret van de Koningin cadeau. Ik plaatste het en zette ’t Wilhelmus in. Een paar stemmen vielen aarzelend in, zongen 2 regels mee, haperden en zwegen. ’t Schijnt met de liefde voor ’t Oranjehuis bergaf te gaan!