24 mei 1941 (zaterdag)

Niets voorgevallen vannacht. Vandaag of morgen zou „het” moeten gebeuren. Men ziet maar een enkelen Duitser op straat. Dat doet vreemd aan. Daarentegen zag ik vanmorgen een Nederl. matroos; waarschijnlijk een arbeidskamper, die nog zijn oude uniform afdraagt. Maar ’t doet op een dag als dezen ook vreemd aan: ik heb in geen half jaar een Nederl. matrozenuniform meer gezien. Vreemd – zo’n stemming bij je zelf.

Ik geloof heel weinig van al die sensatie-nieuwtjes – en toch geeft zo’n afgedragen uniform je een schok. Maar als ’t een bode van over de Noordzee was, zou hij hier niet overdag in uniform rondlopen. Onzin, ’t is alles sensatie. Duitsland zwicht niet; het gaat voort, ’t zit op Kreta, op de vliegvelden van Irak, in Marokko, Cyrenaïca; ’t heeft een pact met Vichy. Het gaat voort, onwrikbaar op zijn doel af.

Kruithof was gisteren vol hoop; natuurlijk, de omslag zou betekenen de vrijheid van Bert. Maar zorgen had hij toch ook: Nederland is arm; er zal een tijd van Nederl. dictatuur onder onze Koningin moeten volgen, anders rollen we zo weer in de reactie en in de ellende der partijheerschappijen en – twisten. En ook – en dat is merkwaardig – thans begint hij zich te realiseren, hoe moeilijk Nederland regeerbaar zal zijn en hoe groot de dreiging van ’t communisme is. Hij hoopt echter dat Göring in Duitsland de zaak recht zal kunnen houden en tot een aannemelijken vrede zal kunnen geraken.

Ik geloof daar niets van. Als Hitlers einde gekomen is wordt Duitsland in enkel weken, dagen misschien een chaos. Frankrijk komt zó in de macht van ’t bolsjewisme. En waar moet het dan heen met Nederland? Ik vrees, dat de teleurstellingen onzer brave landgenoten diep en bitter zullen zijn, d.w.z. zij die zoveel vertrouwen hebben op de graanschepen, ´t goud der Ned. Bank, Indië en den aan Indië gekoppelden gulden.

Hoe kàn Nederland standhouden midden in dien chaos! Eerst zal men met wellust alles vernietigen wat de Bezettende Macht hier had opgebouwd, ook de dingen waarvan ieder Nederlander in zijn hart moet bekennen, dat zij goed zijn, dat men er vroeger zelfs naar gestreefd heeft. Daarna zullen de partijen hun schade inhalen, de verloren posten bezetten (wee ons onderwijs, onze Rijkskweekscholen!). Dan komen de moeilijkheden met voedsel en grondstoffenvoorziening. Dan komt de demagogie, en de pers en de straatmanifestaties en dan .... komt Moskou. Zo zie ik het; niet anders.

Zij die Hitler thans verdoemen en vervloeken, zullen hem nog eens bewenen; dat staat bij mij vast. En de Amsterdammers, die een paar maanden geleden met hun leven „hun eigen Joodjes” verdedigden, zullen dan ondervinden, dat zij ook hun leven op ’t spel gezet hebben voor Russische en Amerikaanse Joodjes en die zijn helemaal niet sympathiek!